Popmuziek die in Nederland is gemaakt, is – natuurlijk – heel divers. Mijn smaak gaat ook alle kanten op, merkte ik toen ik nummers op ging nemen. Hier vind je dus een ratjetoe van in Nederland gemaakte liedjes.
Bob Bouber, oprichter en zanger van ZZ en De Maskers (Dracula, Ik heb genoeg van jou), richtte de groep Het op (denk aan The Who). Hij speelde er niet in, maar maakte wel de liedjes. Zoals deze, een protestlied in die tijd. Andere tijden, ja. Hoewel: het arbeidsethos is weinig veranderd. Daarom is het eigenlijk heel modern. Bouber liet een ledikant op wieltjes beschilderen, zette het op De Dam met de Het-leden erin: opstopping, reclame! Het liedje werd zo bekend, dat ergens in 1966 een “beatband” in de Gereformeerde Kerk in het suffige Zoetermeer (5.000 inwoners) het lied Ik Heb Geen Zin Om Naar De Kerk te gaan op het repertoire bleek te hebben. Revolutie!
Pianist Rob Hoeke was een fenomeen in de Nederlandse popscene van de jaren zestig en zeventig. Met veel boogie woogie (Margio), maar ook met popliedjes, zoals dit verdrietige nummer over een verloren liefde. Hij is er overheen gekomen, natuurlijk. Overigens was hij ook automonteur, wat hem bij een kleine reparatie in 1974 twee vingers kostte. Lastig voor een pianist, maar hij speelde door.
Een zwijmelnummer uit de summer of love. Brengt herinneringen terug aan zomerkampen, kampvuren en eerste verliefdheden. Lang haar, zoals vooral van zanger Wally Tax was een statement. Overigens: ik had een kort geknipt koppie in die tijd.
Neerlands enige rockster Herman Brood. Op het eerste gezicht een niemandalletje dit nummer, maar wel lekker. In het laatste koeplet lijkt hij vooruit te blikken op een gebeurtenis die vele jaren later plaats heeft gevonden.
Een nummer van Thé Lau voor zijn band The Scene. Nooit erg opgevallen, zeker in 1990 niet, toen het nummer uit kwam op het album Blauw (met inderdaad ook het andere bekende nummer, Blauw). Nu is het een klassieker en kent vele versies.
Oorspronkelijk was dit een instrumentaal nummer: Parisien. Geschreven door Roger Cook en uitgevoerd door het orkest van Frank Weir in 1962. Het werd gebruikt als herkenningsmelodie van een detectiveserie: When The Bough Breaks, een soort Maigret. In 1969 maakte Rudi Carell er een Duitse tekst op over een moeilijke liefde: Ich geh’ an deinem Haus vorbei voor een van zijn shows. Maar het allermooist is zijn Nederlandse tekst van een jaar eerder: het nostalgische De hoogste tijd.